Gelukkig betrapt
Het was zo’n mooie dag geweest, de zon scheen, de vogels floten, zoveel fijne vrienden, je zou haast vergeten dat zojuist haar levenspartner was begraven. Hij was 85 jaar oud geworden en zoals de dame zei: “na een huwelijk van 58 jaar, zit je bijna aan iemand vast gegroeid”. Het was nog steeds een pittige dame en je zou haar leeftijd zeker niet goed raden. Ook had ze gezegd dat ze het graf elke dag zou gaan bezoeken, tenzij het hard regende of indien er sneeuw zou liggen, die voorwaarde had ze wel gesteld.
Ik zag haar de laatste tijd regelmatig in het dorp en vaak liep ze met een bosje of wat losse bloemen. Dan was het wel duidelijk, waar ze naar op weg was. Praten deed ze niet bij het graf, ze liet haar gedachten gaan en dacht meestal aan prettige dingen. De reizen die ze samen hadden gemaakt en de gezellige candlelight suppers. “Eten verbindt” zei hij altijd.
Vandaag was echter een bijzonder dag voor haar, zij had de grafsteen weer mooi schoon gemaakt en de bloemen een plekje gegeven, altijd zo, zodat je de naam nog goed kon zien. Zij zette een stapje naar achter om het te bekijken en daar stond hij, één rij verder, maar bijna tegenover haar. Een prettige verschijning, gesoigneerd, dat sprak haar aan. Vreemd dat zij hem nog niet eerder had gezien, ze vroeg zich af bij welk graf hij stond en nam zich voor dat straks eens te gaan bekijken.
Enkele minuten later vertrok hij en liep ze naar het plekje waar hij net had gestaan, zijn schoenafdrukken stonden nog in de recent geharkte aarde en het leek haar maatje 45. Dat paste ook wel bij zijn lengte, dacht ze. Er glom iets tussen het zand, het bleek, toen ze het oppakte een autosleutel. Juist op het moment dat ze de sleutel schoonpoetste, kwam de man weer teruglopen. Hij lachte vriendelijk en zij stond als aan de grond genageld, het voelde een beetje als betrapt worden, maar zijn lach poetste de schroom snel weg. “Heeft u mijn autosleutel gevonden?” zei hij. “En kende u mijn overleden vrouw?”
Het gesprek verliep zo aangenaam dat ze besloten een kopje koffie te gaan drinken. Zijn vrouw was 5 jaar geleden gestorven en hij vertelde dat de pijn toch minder leek te worden. “Fijne herinneringen poetsen elke keer een stukje leed weg”, had hij gezegd. De koffie smaakte nog beter dan normaal en ze spraken af om over twee weken samen naar de begraafplaats te gaan en daarna nogmaals een kopje koffie te drinken.
Zij had dit, in stilte, de dag erna voorgelegd aan haar gestorven man en kreeg geen tegenspraak, dus kon de afspraak bij de begraafplaats doorgang vinden. Weer bleek het een aangename ontmoeting en ditmaal namen ze een gebakje bij de koffie en kwam er zelfs een tweede kopje op de rekening te staan.
Het contact bleek voor beiden zo prettig, dat er dagelijks telefonisch contact ontstond en nu een jaar verder, zijn ze dagelijks bij elkaar en is de pijn inderdaad verzacht. Aandacht voor de overleden partners is er nog steeds, maar nu staan ze samen bij de graven. Soms slaan ze wel eens wat dagen over en toch voelt het goed. Gelukkig maar dat hij haar had “betrapt”.